Gisteravond was ik samen met nog 9 andere vrouwen en een paar honderd  mannen  bij de lezing van Dr. Richard Stallman op de Technische  Universiteit van Delft. Stallman, de oprichter van The Free Software  Foundation en van het GNU-project reist al jaren lang de  wereld over om te vertellen waarom wij allemaal vrije software moeten  gebruiken. Hij doet dat overigens als vrijwilliger en staat niet op de loonlijst van de FSF.
Zijn lezing ging deze keer vooral over auteursrechtwetgeving op  boeken en muziek en de negatieve gevolgen daarvan  voor mensen in het digitale tijdperk. De vraag die centraal stond was of de vier vrijheden die vrije software geeft ook hierop van toepassing zouden moeten zijn.
Dit zijn die vrijheden:
- de vrijheid om het programma te gebruiken voor elk doel (vrijheid 0).
- de vrijheid om de manier waarop het programma werkt te bestuderen,  en om het aan te passen aan je behoeften.  (vrijheid 1).
- de vrijheid om het programma te verspreiden, zodat je je naasten kan helpen (vrijheid 2).
- de vrijheid om het programma te verbeteren en daarna te verspreiden,  zodat de hele gemeenschap er voordeel uit kan halen.  (vrijheid 3).
Stallman onderscheid bij het beantwoorden van deze vraag drie soorten van creaties:
- Praktische werken, zoals onderwijsboeken en boeken die je nodig hebt om je werk te kunnen  doen. Volgens Stallman moeten deze boeken volledig vrij zijn.
- Werken die iemands mening weergeven of wetenschappelijke onderzoek. Hierop hoeft de vrijheid om het werk te mogen aanpassen niet van toepassing te zijn omdat anders iemands mening verkeerd kan worden weergegeven of onderzoeksresultaten kunnen worden verdraaid.
- Artistieke werken: hierop zou de vrijheid om het werk te mogen aanpassen voor een bepaalde periode kunnen worden beperkt.
Hij ging eerst in op de  geschiedenis van het auteursrecht. Voor de komst van de drukpers  bestond die nog niet. Als je in die tijd iets wilde kopiëren dan moest  je het overschrijven en dat was best veel werk. Rijke mensen kochten dus gewoon boeken en arme mensen met veel tijd om handen schreven soms iets over.
Toen de drukpers kwam werd het een stuk gemakkelijker en daarom werd  er copyrightwetgeving ingevoerd. De bedoeling was om het maken van nieuw  creatief werk te stimuleren door de makers een tijdelijke bron van  inkomsten te geven. De duur van het copyright was beperkt. De wetten  waren gericht op en bedoeld voor de commerciële uitbaters, zoals  uitgevers en niet op de lezers. Jan met de Pet had er geen last van en  had ook geen drukpers thuis..
Boeken mocht je gewoon nog steeds overschrijven en ook uitlenen aan vrienden of weggeven
Met de komst van het kopieerapparaat en later vooral de computer en  het Internet werd dat een ander verhaal. Zowel het produceren als het  verspreiden van delen van digitale boeken en muziek werd een stuk  goedkoper en gemakkelijker.  Maar de uitgevers en andere tussenpersonen  laten zich niet zomaar de kaas van het brood eten. Zij reageerden met  zware druk op de politiek om de duur van het auteursrecht  uit te breiden tot nu  in Europa tot zelfs 70 jaar na de dood van de maker en ook  verschijnen er steeds meer draconische wetten en vooral handelsverdragen die de rechten van de  gebruikers aantasten en die van de uitgevers uitbreiden. De wetgeving  richt zich nu dus vooral op de burgers in plaats van op de commerciele  uitbuiters. (sorry, uitbaters..) en veel mensen worden nu dagelijks geconfronteerd met de werking ervan.
De handhaving die vroeger redelijk simpel was, is nu heel lastig geworden en de uitbaters schuwen geen middel om toch te kunnen handhaven. Mensen worden bedreigd met miljoenenclaims en er zijn zelfs advocatenkantoren die hun broodwinning halen uit het bedreigen en afpersen van mensen die volgens hen iets van het internet gedownload hebben. Vandaag zag ik zelfs dat de Stichting Brein zelfs servers van een buitenlandse internetprovider zonder rechterlijk bevel in beslag heeft genomen.
De artiesten zijn ondertussen net zo goed de dupe van het huidige  systeem. Van de verkoop van cd’s en boeken zien verreweg de meesten  amper iets terug. Het meeste geld verdwijnt in de zakken van de  uitgevers en andere tussenpersonen. En zoals Stallman zegt; in de  Verenigde Staten (en volgens mij hier ook) kun je wetten kopen.
Verder wordt er DRM – Digital Rights Management of zoals Richard Stallman het zegt Digital Resctricions Management  ingebouwd in computers en in bestandsformaten wat moet voorkomen dat  mensen boeken of muziek met elkaar delen of dat mensen die boeken of  muziek waarvoor ze betaald hebben op een ander apparaat kunnen lezen of  luisteren dan waarop het gekocht is. DRM wordt ook toegepast om te  controleren wat de gebruiker met zijn apparaat of software doet.  Voorbeelden zijn kopieerbeveiliging en zelfs rootkits.
Richard Stallman vindt dat DRM-maatregelen die de rechten of privacy  van de gebruikers aantasten verboden moeten worden en dat het copyright  op artistiek werk aanzienlijk moet worden beperkt tot maximaal 10 jaar  na publicatie. Dat zou dan net als voorheen alleen weer moeten gelden voor commerciële  exploitatie. Weggeven en uitlenen moet uiteraard weer gewoon legaal  worden want delen is goed.
Volgens Stalllman hoeven artiesten hiervan niet de dupe te worden. Ze  zouden gecompenseerd kunnen worden via een belastingsysteem en/of via  donaties. Wel is het belangrijk dat er een gemakkelijk systeem komt om  anoniem te kopen en te doneren.
Aan het einde van de lezing  veilde Stallman een Gnu, die uiteindelijk wegging voor € 120,– De opbrengst is  voor de Free Software Foundation, waar je natuurlijk ook aan kunt doneren of  lid van  kunt worden.
Hier een linkje naar een weergave van een lezing die Stallman in 2009 over hetzelfde onderwerp heeft gehouden: Copyright vs Community
En hier ook een video van dezelfde lezing (met Griekse ondertitels.. 🙂 )
http://video.google.com/videoplay?docid=-2991926848094761035#.